Ned. Herv. Evangelisatievereniging (rechtzinnig) te Dronrijp Ned. Herv. Evangelisatievereniging (rechtzinnig) te Dronrijp
 


Ned. Herv. Evangelisatievereniging (rechtzinnig) te Dronrijp

Toen rond 1900 in bijna elk Fries dorp een Gereformeerde kerk werd gebouwd, waren er ook binnen de Hervormde Kerk grote richtingsverschillen. In het ene dorp was de Hervormde Kerk wat zwaarder (rechtzinnig), zoals in Menaldum en Baaijum/Welsrijp, in het andere dorp was de prediking wat lichter (vrijzinnig), zoals in Dronrijp, Deinum, Zweins, Peins, Schingen, Oosterlittens…

In Dronrijp was een groepje hervormden, die de Alde Wite te vrijzinnig vonden, maar ook niet gereformeerd wilden worden. Ze vormden een eigen vereniging. Op 2 mei 1926 had deze vereniging haar eerste kerkdienst bij Rinsma (De Posthoorn). Tot dan kerkten de hervormden die zich niet thuis voelden bij de vrijzinnigen van de Alde Wite in Menaldum, in Baaijum/Welsrijp, in Bethel Franeker of in de Gereformeerde Kerk Dronrijp. De fam. Hiemstra Puollen liep elke zondag langs de Trekweg naar Deinum naar de Herv. Evang. aldaar. 

Dankzij een grote lening van de kerkvoogdij van Baaijum kon het kerkje aan de Puoldyk (nr. 2) worden gebouwd, het “Mosterdzaadje” (zie Mt 17: 20), en op 25 nov 1928 was daar de eerste kerkdienst. 
Er was geen kerkenraad, maar een bestuur van 6 leden. Klaas Stapensea was de eerste organist. Al gauw was er elke zondag ’s morgens en ’s middags een kerkdienst, verder was er zondagsschool voor de kinderen, er waren jeugdverenigingen, catechisatie, vrouwenvereniging, mannenvereniging, enz. Er kwam een bibliotheek. Voor meer informatie over de aanloop en de eerste 25 jaren, zie het bijgaande verslag (voorgelezen op de feestavond n.a.v. het 25j bestaan op 9-5-1951). Het was een heel actieve gemeenschap. Er kwamen ook leden/kerkgangers uit Schingen, Peins en Zweins.
In 1932 werd Sjoerd Brouwer, schoolmeester te Menaldum, mentor/evangelist en verzorgde 40 kerkdiensten/j. in ‘t Mosterdzaadje, en leidde verder de catechisaties, huisbezoeken, begrafenissen, enz.
Vrijwel alle leden van de Evangelisatievereniging waren ook (belijdend) lid van de Hervormde Kerk en betaalden aan de Hervormde Gemeente ter plaatse hun kerkbalans of zoals dat toen heette “kerkbelasting”. Daarnaast moesten ze natuurlijk betalen voor de Evangelisatie.

Er is, voor zover ik weet, helaas geen interieurfoto van het gebouw. Als je het gebouw binnenliep, dan kwam je eerst in een portaaltje, waar ook de trap was naar boven, naar het balkon waar het harmonium stond en nog een 15-tal zitplaatsen waren, voor tieners… Na het portaal kwam je in de kerkruimte met links en rechts banken (zo’n 80 zitplaatsen) en recht voor je de preekstoel, met links en rechts daarvan de bestuursbanken. Achter de preekstoel was een schuifwand met daarachter een zaaltje voor vergaderingen, catechisatie en verenigingen.

Bij de kerstviering van de zondagsschool ging die schuifwand opzij, de preekstoel werd naar achteren geschoven en op de plek van de preekstoel kwam dan een grote kerstboom met echte kaarsjes, waar de kinderen omheen zaten op planken over aardappelkistjes. Het kerkje zat dan bomvol. Er waren traktaties, warme chocolademelk, een prachtig kerstverhaal, en elk kind kreeg een boekje (vaak van v.d. Hulst) mee naar huis. 
Rechts van de kerk was een houten fietsenhok met daarnaast het húske met tonnetje.
Viermaal per jaar ging men voor het Heilig Avondmaal naar Menaldum. Het bestuur liet dan een bus rijden.
Voor doop- en belijdenisvieringen ging men ook naar Menaldum of Baaijum. Vanaf 1947 kwamen er jaarlijks 7 middagdiensten voor de Evangelisatiemensen in de Alde Wite: 3 doopdiensten en/of belijdenisvieringen (de eerste op 8-8-’47) en 4 avondmaalsvieringen (de eerste op 26-10-’47). In mei 1949 werd het ritmisch zingen ingevoerd.

Op 21-12-1951 was er in de Herv. Kerk een verkiezing van nieuwe kerkenraadleden en voor ‘t eerst stonden er ook twee leden van de Evangelisatievereniging op de lijst: de heren E. Scholl en A. van der Brug (bakker). Er ontstond echter grote beroering in het dorp en zo werden veel randkerkelijke vrijzinnig Hervormden aangepord om ook te komen stemmen. De mensen van de Evangelisatie hadden zo geen enkele kans te worden verkozen (25 stemmen voor en 260 stemmen tegen Van der Brug). Door deze vervelende ontwikkeling werd het samengaan van kerk en Evangelisatie weer 20 jaar uitgesteld. Bij de verkiezing van kerkenraadleden op 14 mei 1971 stonden er opnieuw leden van de Evangelisatievereniging op de lijst. Gelukkig een heel andere uitslag van de stemming (39 stemmen voor en 12 stemmen tegen A. v.d. Brug).

Langzaam was er meer toenadering gegroeid. Leden van de Evangelisatievereniging kerkten vaker in de grote kerk. Siebe H. Hiemstra (Puollen) volgde belijdeniscatechese bij ds. Oosterhuis en deed als eerste? van de Evangelisatiemensen belijdenis bij ds. Oosterhuis op 3 mei 1970, samen met Wiebren en Welly Landman-v.d. Geest.

De laatste kerkdienst in het Mosterdzaadje was op 27-9-1970. Het verslag hiervan uit het dagboek van Anne Hiemstra (Puollen):
Wij ’s morgens samen nog naar gebouw, de laatste dienst, kandidaat Douma, tekst: Handelingen 2: 42 “En zij bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden.” We zongen als laatste vers samen Psalm 84 vers 3
Welzalig die uit Uw kracht leeft, die naar Uw tempel zich begeeft,
zijn hart wijst hem de rechte wegen.
Zij trekken op van overal  en, gaat het door het dorre dal,
dan valt op hen een milde regen.
Ja, in het hart van de woestijn ontspringt een heldere fontein.
Voorzitter (Klaas) Stapensea (boer te Longbuorren) sprak nog een woord tot besluit. Hij wekte de aanwezigen op samen op te trekken in de Kerk in groter verband: “Het zal voor de ouderen een pijnlijke dag zijn, maar voor de jongeren is het de gewezen weg, en die moeten we gaan, maar in gelovig vertrouwen op onze Zaligmaker en Heer Jezus Christus. We moeten vertrouwen hebben in de werking van de Heilige Geest, die verlaat ons niet.” Tot slot wekte hij ons allen op steeds te bidden voor onze predikant ds Oosterhuis (predikant te Dronrijp van 12-3-‘50 - 15-11-’70), opdat hij Gods woord mag prediken in alle waarheid en openheid en duidelijkheid. “Dat we ook steeds biddende mogen zijn voor de nieuwe predikant die t.z.t. Oosterhuis zal vervangen,” zo eindigde voorzitter Stapensea zijn toespraak. 


Jongeren uit de Evangelisatiekring deden al langer mee in het jeugdwerk van de Geref. Kerk, ook omdat ze elkaar al kenden van de chr. lagere school. Zo werd Henk van der Brug (uit de Evangelisatie) in ’68 voorzitter van de Gereformeerde Jongelingsvereniging/GJV in de Útkomst. Na hem werd Siebe Hiemstra voorzitter. Op 1e Paasdag 11-4-’71, ’s avonds, op een groot podium in de Alde Wite, verzorgden deze jongeren het Paasspel “Ben ik het, Heer?”, de kerk zat stampvol jongeren. Er kwamen toen ook gezamenlijke jeugddiensten herv./geref.

Op 9 mei 1972 was de officiële overdracht van ’t Mosterdzaadje voor f 1000,- aan de Stichting Jeugdraad Dronrijp, die er een jeugdcentrum van wilde maken voor het hele dorp. Siebe Hiemstra, kleinzoon van Siebe en Afke Hiemstra-Greijdanus (die vanaf het prille begin bij de Evangelisatie betrokken waren) was voorzitter van het stichtingsbestuur. Hij leidde de verbouw-werkzaamheden, die 12 juni begonnen en waarbij zoveel mogelijk jongeren werden betrokken. Het gaf hem wel een wat vreemd gevoel om de preekstoel en de banken uit mekaar te slaan om het hout te hergebruiken voor de nieuwe bar, etc. Op 9-9-‘72 was de opening van “Jeugdcentrum Interije” door de burgemeester van Menaldumadeel. De f 1000,- is gebruikt voor een nieuwe geluidsinstallatie in de Alde Wite.

Siebe Hiemstra was vanaf 9-1-’72 (zie de foto in de kerkenraadkamer) de eerste jeugdouderling in de Herv. Gemeente, maar verhuisde in okt ’72 voor zijn werk als bouwkundig tekenaar naar Ter Apel. Bennie Hogeterp werd toen jeugdouderling. Voorjaar ’72 was er voor het eerst een gezamenlijke vergadering van de Hervormde en de Gereformeerde kerkenraad. Het heel prille begin van het Samen-op-Weg-proces.


De zondagsschool voor de ingang van het Mosterdzaadje, 1961
Leiding: Fimmy Stapesea (links) en Jelly Roos (midden voor de deur)
bovenaan, uiterst links, de schrijver van dit stukje geschiedenis: Siebe H. Hiemstra



Hieronder het verslag van de eerste 25 jaar van de Evangelisatie Vereniging. Dit verslag is misschien wat lang en langdradig, maar het doet je ook iets voelen van de onderlinge sfeer en over de wijze van geloven.

Verslag over 25 jaar  (1926-1951)
Ned. Hervormde Evangelisatievereniging te Dronrijp

Dit verslag is geschreven door Afke Hiemstra-Greijdanus en werd door haar voorgelezen op de speciale jubileumavond in ‘t Mosterdzaadje aan de Puoldyk op 9 mei 1951. Zij was ook van ’48-’61 presidente van de Chr. Herv. VrouwenVereniging “Bidt en Werkt” in de Evangelisatie.

Bij velen uwer zal misschien de gedachte opkomen: Dit zal wat worden! Een verslag over 25 jaar. 
Vaak wordt er een zucht van verlichting geslaakt wanneer bij een jaarvergadering een verslag is voorgelezen, en nu over 25 jaar! Wij hopen u echter in korte trekken de hoogtepunten van onze jubilerende vereniging mee te delen, vooral uit de eerste jaren en hopen niet saai en vervelend te worden.

Het kleine groepje Rechtzinnig Hervormden uit Dronrijp dat in de jaren voor 1926 geen bevrediging vond voor hun geestelijke behoeften in de kerk hier ter plaatse, gingen kerken in de naburige gemeenten: Menaldum, Welsrijp en Baaijum, in de Vrij Evangelische kerk of in Bethel te Franeker, in de Evangelisatie te Deinum (zij en haar gezin liepen er zondags naartoe over de trekweg langs het kanaal) of in de Geref. Kerk alhier. Men wist niet beter of het hoorde zo en aan de bezwaren hieraan verbonden, werd niet gedacht totdat een paar doortastende optimisten het waagden om hier in overleg met het bestuur der Classis Franeker een eigen Evangelisatie op te richten waartoe, na lang wikken en wegen van voor of tegen, de bovenzaal van de heer Rinsma alhier (café De Posthoorn), als plaats van bestemming werd uitgekozen en waar op 2 mei 1926 de voorzitter der Classis, de Wel Eerw. Heer Ds. IJ. Stelma van Tzum in de eerste dienst voorging met woorden uit Rom. 1: 16 “Ik schaam mij het Evangelie van Jezus Christus niet”, wat wel het rechte woord op de rechte plaats was. 
“Onze God,” aldus de spreker, “is niet in de eerste plaats een God van grote dingen, doch veeleer een God van het kleine om het onder Zijn zegen tot iets groots te maken. Geen ding, in Zijn naam begonnen is te klein om er Zijn zegen over af te smeken. Alzo ook hier, een kleine groep in een kleine zaal als een klein begin met de naam van het kleinste zaadje ter wereld: Het Mosterdzaadje, dat echter tot een grote boom kan uitgroeien, indien zijn wortels hun voedsel zoeken in de goede aarde, wat hier betekent: in Gods Woord met Gods Zoon Jezus Christus als onze enige Heer en Heiland in leven en in sterven.”

De oprichters der vereniging, meteen ook het bestuur, bestond uit de heren: S. (Skelte) van der Lijn (postkantoorhouder), voorz., W.J. Halm, penn, B.B. Schotanus, secr, K.J. Post en P. Jellema, ten wiens huize ook de eerste vergadering werd belegd op 9 maart 1926. De wisselingen der verschillende bestuursleden willen we u besparen, alleen moet worden vermeld dat van de oprichters alleen B Schotanus sr. (Botte, boer) nog in ons midden tegenwoordig is.

Het spreekt vanzelf dat er in de eerste tijd veel vergaderd is omdat er ook veel besproken en overlegd moest worden. Dit gebeurde beurtelings bij de bestuursleden aan huis om kosten te besparen, want in de eerste plaats moest er geld komen om de sprekers en de huur voor de zaal te betalen. Ja, het vraagstuk der financiën was wel het moeilijkste in die eerste tijd. Verschillende voorstellen werden er dienaangaande gedaan, want de begeerte om een eigen gebouw te hebben woonde in aller hart en waren de plannen voor de naaste toekomst. Ten eerste werd aan ieder lid een jaarlijkse contributie opgelegd. Er werd besloten om met een lijst bij de leden langs te gaan en ook in de naburige dorpen te vragen om financiële steun voor een op te richten bouwfonds. De penningmeester nam deze taak op zich en zo waren dan de eerste stappen gedaan. 

De eerste Mentor der vereniging was dhr. (Dirk Arie) de Koning (godsdienstonderwijzer bij de Herv. Evangelisatie) van Oosterlittens met wie de voorzitter huisbezoeking deed bij een 19 tal leden waarmede ook de eerste jaarvergadering werd gehouden op 28 maart 1927 op de zaal van dhr. Rinsma, onder leiding van dhr. Wijtsma van Deinum (Gerrit Wijtsma werkte bij de Rechtz. Evang. te Deinum). Deze las uit Joh. 15 en bepaalde de aanwezigen bij Jezus Christus als de ware wijnstok, bij de levende ranken die in Hem waren ingelijfd en de dorre die werden afgehouwen. Met dankbaarheid kon op het eerste levensjaar der vereniging worden teruggezien. Iedere zondag mocht het Evangelie van Gods genade in Jezus Christus worden beluisterd door velerlei sprekers. Het is ondoenlijk u de namen van alle dominees en evangelisten te noemen welke al die jaren elke week weer bereid werden gevonden ons te helpen. Wij willen ook geen uitzonderingen maken, maar blijven allen in dankbaarheid gedenken.

In de bestuursvergaderingen die nu volgden werden de bouwplannen breder besproken en op 6 juni 1928 werd besloten tot het bouwen over te gaan van een nieuwe kapel naar een ontwerp van dhr Reinalda, architect te Leeuwarden. Naast het bestuur waren ter vergadering aanwezig Ds. Stelma van Tzum, dhr van Dijk van Franeker en dhr de Koning van Oosterlittens, benevens genoemde architect. Op deze vergadering werd verder ook geldelijke steun van de Classis toegezegd. Na de aanbesteding werd de bouw toegekend aan dhr (Lammert H.) Breuker, timmerman te Menaldum. 

In sept werd een vergadering belegd waarbij dhr. Anema van Franeker een speciale toelichting gaf over het financieel beheer van het nieuwe gebouw. Er was ook een schuldbekentenis binnen gekomen van heren kerkvoogden van Baaijum waarmee het bestuur akkoord ging, want bleek het dat deze Evangelisatie eens niet kon bestaan, het gebouw dan toch eigendom werd van de Classis Franeker. Er werd besloten dat de aandelen niet meer dan f 50,- zouden bedragen en indien het kon er jaarlijks f 200,- zou worden afgelost. Ook had er een reglementsherziening plaats onder toelichting van wijlen notaris Smid.
Dan werd er nog een en ander besproken aangaande meubilair voor de nieuwe kapel die in enkele weken was verrezen aan de Poelweg en waar op 25 nov 1928 de eerste dienst werd geleid eveneens door de Wel Eerw. Heer Ds. Stelma van Tzum. De spreker bepaalde ons bij Psalm 115: 12a “De Here is onzer gedachtig geweest. Hij zal zegenen.” Na het zingen van Psalm 89: 1 opende Ds. Stelma de bijeenkomst met gebed. Alvorens Gods woord voor het eerst in deze nieuwe kapel open te slaan verzocht spreker nog te zingen Psalm 19: 4 + 5, waarna hij de 115e Psalm voorlas, waaruit bovenstaande tekstwoorden waren gekozen. 
“Het is Gods werk geweest,” aldus spreker, “dat wij hier zover zijn gevorderd dat wij een eigen gebouw hebben om onze bijeenkomsten te houden. God is onzer gedachtig geweest. Ook wij mensen hebben de gave van gedenken van God ontvangen. Mocht het maar iets meer in de geest geschieden van: kwaad met goed vergelden. De mens is door de zonde vrijwillig van God afgeweken, maar God heeft de mens in zijn oneindige liefde niet in de zonde laten liggen, doch hem weer opgezocht. Hij is gedachtig geweest aan onze overtreding en heeft ons daarvoor gestraft, doch is daarna in zijn genadeverbond in Christus ons wederom gedachtig geweest. Dit verbond is een eeuwig verbond en daarin alleen is de kracht van ons geloof geworteld. We zien dus dat van alle zegeningen welke ons toekomen, God alleen de ere toekomt, mogen wij dit maar steeds erkennen en niets anders op het oog hebben dan Hem te verheerlijken in al het werk dat hier ons wacht. Dit werk is hier niet begonnen om zoals velen menen, een vierde kerk in deze plaats op te richten. Wanneer Spreker van die gedachte was uitgegaan zou hij heden niet in ons midden zijn. Neen, uit dit werk spreekt de begeerte om, zo God het wil, een steentje te mogen bijdragen de grote Vaderlandse kerk in haar ere te helpen herstellen, omdat wij die kerk liefhebben en haar niet kunnen, willen en mogen verlaten.” Verder sprak Ds. de wens uit dat in ons dorp steeds meer mensen gevonden mochten worden die tot de bekentenis kwamen dat God hen in Jezus Christus gedachtig is geweest. Eindelijk vermaande hij ons steeds trouw op onze post te zijn, dat ieder zijn verantwoordelijkheid mocht gevoelen het zijne ertoe te doen, en dat we steeds in eensgezindheid mochten samenwerken en de zegen op ons werk alleen van God zouden verwachten. Hierop werd door de aanwezigen staande gezongen: Gez 96, waarna door velen de Evangelisatie in allerlei vorm Gods zegen werd toegewenst. Hierna dankte de voorzitter der vereniging, dhr S.v.d.Lijn (Skelte, postkantoorhouder te Dronrijp) voor alle hartelijke woorden ons toegesproken en sloot de voorzitter met dankgebed.

Vanaf dien tijd werden alle vergaderingen en samenkomsten in de nieuwe kapel gehouden wat een grote verruiming was en dankbaarheid vervulde aller hart. In de zomer van 1929 werden de laatste rekeningen aan timmerman en architect voldaan. Nadat de banken nog een kleine verandering hadden ondergaan was alles klaar tot aller tevredenheid en werd er op 29 jan 1929 de eerste jaarvergadering gehouden waarop ruim 30 personen aanwezig waren. Hoewel het zich eerst liet aanzien dat het deze avond aan de nodige leiding zou ontbreken daar de voorzitter zich daar niet bekwaam toe achtte en Ds. Stelma en dhr de Koning afwezig bleven, werd dhr van Dijk, lid van het hoofdbestuur van de Classis Franeker, welke voortaan bijna ieder jaar in ons midden was, bereid bevonden om de leiding op zich te nemen, en zo mocht dan deze eerste jaarvergadering in het nieuwe gebouw nog een prettig en gezellig verloop hebben.
De leden gaven hun goedkeuring op het nemen van een hypotheek op het gebouw, groot f 4000,- van de kerkvoogdij van Baaijum. De fam. (Sieger) Visser (woonde tegenover het gebouw) hoopte voor het kosterschap en het schoonmaken van het gebouw te zullen zorgen. Dhr. K. Stapensea (Klaas, later boer Longbuorren) nam op zich ons kerklied steeds met orgelmuziek te blijven begeleiden en na de hoop uitgesproken te hebben dat het ledental zich steeds meer zou uitbreiden ten bate van de financiën, wees de leider er met een ernstig woord op dat het daarmee toch nog niet goed zou zijn. Wanneer, aldus spreker, ons hart zich zou openen voor de genade Gods, moest ook de beurs zich wijder openen en zal ieder het zijne ertoe moeten bijdragen om deze zaak gaande te houden. Hij dankte allen nog eens hartelijk die door hun giften te zenden, tot dusver mee hadden geholpen om tot zover te komen en vroeg, hen ook verder te willen blijven gedenken, doch bovenal moest de verwachting zijn van Hem die de harten neigt als waterbeken en Die ook alleen de kracht en de lust kan schenken dit werk verder op te bouwen. Het jaartal 1929 stond geheel in het teken van vooruitgang. Het ledental was gegroeid tot 41 en de vrouwenvereniging, die in ’29 in het leven was geroepen organiseerde in augustus een bazaar ten bate van de Evangelisatie en schonk deze een krachtige financiële steun. Ook werd er catechetisch onderwijs gegeven aan 12 leerlingen, groot en klein, door dhr Oosterhaven van Tzum. Ook werd de eerste f 500,- afgelost. 

In 1930 werd Ds. de Hoest van Menaldum mentor en bezocht met de bestuursleden de gezinnen, doch het bestuur oordeelde dat er meer gewerkt moest worden in Dronrijp met catechisaties, ziekenbezoek, enz, maar Ds. de Hoest had te veel werk in eigen gemeente en kon hier niet meer doen. Er werd overleg gepleegd met dhr Brouwer (Sjoerd), onderwijzer te Menaldum en deze nam op zich mentor en voorganger te worden van de post Dronrijp voor een jaar indien dit de goedkeuring kon wegdragen van het hoofdbestuur der Classis Franeker en van de leden der Evangelisatie. Dhr. Brouwer was in zoverre een bekende voor de kring dat hij op 11 oktober 1931 hen een keer was voorgegaan bij een nabetrachting van het H.A. 
Dhr. Brouwer beloofde om 40 preekbeurten te vervullen en ook het verdere werk aan de kring verbonden te zullen waarnemen. Ook zou hij voor sprekers zorgen om de overige beurten te vervullen. Dit alles werd besproken op 11 jan, vastgesteld op 18 jan 1932. In 1931 klom het ledental tot 51. In sept hield de vrouwenkrans een verloting waarbij het EvangBestuur werd uitgenodigd, wat hun schatkist ten goede kwam. 
Het H.A. werd door de leden 4 maal ’s jaars in Menaldum gehouden alwaar ze dan als gasten met die gemeente mochten aanzitten. Ook liet het bestuur een bus rijden voor de leden die van buiten kwamen en voor wie de reis daarheen te bezwaarlijk was. Toen nu meester Brouwer hier mentor en voorganger werd, kon er geregelder en meer werk voor de kring worden gedaan. Er waren nu een 30tal catechisanten en het ledental was de 60 gepasseerd. Er werden plannen gemaakt om een meisjesvereniging en zondagsschool op te richten die in het voorjaar van 1933 verwezenlijkt werden. In het voorjaar van 1932 verlieten de voorzitter en de penningmeester der vereniging ons dorp en kwamen dus de eerste moeilijkheden, doch hun ledige plaats werd weer ingenomen en het werk kon worden voortgezet. Meester Brouwer verbond zich weer voor 2 jaar aan de vereniging en in dec 1933 werd het eerste Kerstfeest gevierd met de 20 kinderen van de zondagsschool. Ook is er een jongelingsvereniging opgericht en bezit de vereniging een flink bezette bibliotheek zodat er met recht van Goddelijke zegen mag worden gesproken wanneer er terug wordt gezien naar de tijd van oprichting. 
Er werd besloten om de schuld op het gebouw om te zetten in renteloze aandelen van f 100,- en deze hier en daar te plaatsen. In okt 1935 werd afgesproken om een lammerenweide te organiseren, om op die manier de inkomsten te vermeerderen wat de verwachtingen niet teleurstelde. Een offerbus die voor in het gebouw was aangebracht werd op vaste tijden geledigd en de inhoud daarvan met de offers die geregeld door de verenigingen aan het bestuur ter hand gesteld waren ieder jaar weer hartelijk welkom en uit dit alles bleek de liefde, de toewijding voor het werk dat hier ter plaatse werd gedaan voor Gods Koninkrijk.

Op 3 maart 1936 werd het 10-jarig bestaan herdacht en ontbrak het niet aan belangstelling en zegenwensen voor de toekomst. Het ledental steeg ook mede doordat broeders en zusters uit Peins, Zweins (en Schingen) en omstreken zich bij Dronrijp hadden aangesloten en zondags met de bus de Evangelisatie bezochten. Vele zondagen werd er 2 maal gepreekt. In 1937 was deze gemeente vacant en traden er 2 maal rechtzinnige predikanten in de kerk op. In de maand november hield de vrouwenvereniging weer een verloting en werd er weer een groot bedrag aan het bestuur der Evangelisatie afgedragen. In diezelfde maand haalde onze mentor dhr Brouwer de akte van Godsdienstonderwijs, wat alle leden zeer verheugde.

In het jaar 1938 werd er weer f 250,- afgelost, doch de kas sloot met een tekort wat echter direct door de meisjesvereniging werd gedekt. De jongemannenvereniging heeft het niet tot grote bloei kunnen brengen wat zeker te wijten is aan het kleine aantal jongens in onze kring.
Het ledental klom echter tot ruim 80. Ook het catechetisch werk breidde zich uit en ieder jaar werden er nieuwe lidmaten aan de kerk toegevoegd, welke ook in Menaldum werden bevestigd, eveneens werden de kleine kinderen uit de kring daar gedoopt. Elk jaar werd met de kinderen der zondagsschool, wier getal ook steeds wies, het Kerstfeest gehouden. 
Iedere zondag genoten we het voorrecht het Evangelie van Jezus Christus te kunnen horen en een paar keer wegens vacature weer in de grote kerk. Onze kapel was dan gesloten. Ook dit jaar hield de vrouwenvereniging een verloting in november wat weer de kas der Evangelisatie ten goede kwam. Hoewel er plannen bij onze voorganger bestonden om ons te verlaten, mochten we toch het jaar 1938 besluiten met het verblijdende bericht, dat het bestuur en meester Brouwer een overeenkomst hadden gesloten en dat hij de vereniging weer 5 jaar zou bijstaan. Er werd besloten om iedere zondag collecte te houden bij de deur want het vraagstuk der financiën was en bleef het moeilijkste. Doch het voornaamste mocht het nooit worden. Het voornaamste moest zijn het biddend opzien tot Hem die het ten allen tijde zo wel maakte en die het zijn beminden als in de slaap geeft. 

In 1939 hielden de vrouwenvereniging, meisjesvereniging en jongelingsvereniging een gezamenlijke jaarvergadering wat de vriendschap onderling bevorderde. Overigens pakten donkere wolken zich samen ook over ons land. Voelde men al jaren de oorlogsdreiging om ons heen, in september werd ook in ons land de mobilisatie afgekondigd, waardoor ook enkelen van onze kring de hunnen moesten verlaten om het Vaderland te dienen. Vreze en beven vervulde ieders hart toen op 10 mei 1940 ook ons land in de krijg werd betrokken, doch onze jongens mochten na de capitulatie ongedeerd huiswaarts keren. Hiermee was echter de oorlog nog niet geëindigd en zou ook de Evangelisatie hiervan de gevolgen ondervinden.

Het jaar 1940 is naar omstandigheden echter nog vrij kalm verlopen. De avondbijeenkomsten moesten nu ’s middags worden gehouden daar ons gebouw nog niet verduisterd was. De lammerenweide zorgde weer voor aanvulling der financiën en ook de verenigingen vergaten de penningmeester niet, zodat er dit jaar f 400,- kon worden afgelost.

Een droeve gebeurtenis moet nog worden vermeld, namelijk het overlijden van de voorzitter S. Hiemstra (Siebe, haar man, boer in de Puollen), die op 26 okt 1940 plotseling van ons werd weggenomen. Ruim een jaar later moest het bestuur weer een lid aan de dood afstaan en wel O. de Bruin die op 9 dec 1941 ook onverwacht uit ons midden werd weggeroepen. Beiden konden moeilijk gemist worden, doch de Here die ons geen rekenschap schuldig is van Zijn daden, leerde ons berusten. De oorlogsjaren hebben, Gode zij dank, aan onze Evangelisatie geen grote beproevingen opgelegd. Iedere zondag van die 5 bange jaren mochten wij hier ongestoord het Evangelie beluisteren. Vanaf 1944 iedere zondag tweemaal dienst. Ieder jaar vierden we het Kerstfeest met een kerstboom, behalve in 1941 daar het toen ’s middags is gehouden, evenzo in 1944 toen men zich na 8uur niet meer buiten mocht vertonen. Ook is het gebouw steeds voor andere doeleinden gespaard gebleven, bijvoorbeeld voor Duitse bezetting of evacuees. De verenigingen konden op 1944 na ook steeds doorgaan met hun werk waardoor ze de Evangelisatie financieel bleven steunen. De aflossing ging echter in de oorlogsjaren snel. In 1941 werd er f 550,- afgelost, in 1942 f 800,- en eveneens in 1943 f 800,- en toen in 1945 de vrede kwam mochten we deze kapel het eigendom der vereniging noemen. Groot was de dankbaarheid voor al dien zegen.
Alle leden der Evangelisatie waren gespaard gebleven en het ledental was in die jaren gestegen tot ruim 100. Met leedwezen gedenken wij echter onze penningmeester Houtsma (Johannes, boer te Schingen) die in 1947 na een langdurig lijden van ons is heengegaan in de kracht van zijn leven. Hij heeft het nog mogen beleven dat de schuld werd afgelost wat steeds zijn streven is geweest. De vereniging heeft ook veel aan hem te danken.

Nu zou ik kunnen eindigen, doch dan zou het de indruk geven dat deze kring alleen het doel had nagestreefd om er financieel door te komen en wij moeten eerlijk bekennen dat die verplichting ook op ons rustte, doch er is ook meer gebeurd. Er zijn ook banden gelegd, bij huis- en ziekenbezoek tussen voorganger en leden, die door de jaren heen sterker zijn geworden, temeer, nu meester Brouwer tot nu toe steeds bij ons is gebleven. Ook zijn er onderling banden gelegd die ons samenbinden zowel in geestelijk als maatschappelijk opzicht. Er is ook contact gekomen tussen ons en hen die ons steeds hebben bezocht en bijgestaan met raad en daad op onze jaarvergaderingen van de Classis Franeker wien wij ook dank verschuldigd zijn. Als ook de kerkvoogdij van Baaijum en Welsrijp en eveneens van Menaldum met wien we steeds in zo nauw contact hebben geleefd. Ook zij gedenken wij die op onze jaarvergaderingen steeds bereid waren om door hun leerzame referaten elkaar te steunen in het geloof. Het was niet de prediking van de zondag alleen, maar we hebben al die jaren door ook vele andere dingen gehoord die opbouwend werkten. We hadden bid- en dankstonden, lezingen over de Zending, Kerstwijdingen door de gezamenlijke verenigingen, jeugdavonden met sprekers, Friese preken door mw Feddema, van Ds. Wumkes en eveneens van andere predikanten, die zo echt tot ons konden spreken. Ook hebben we hier bruiloften gehouden wat ons allen samenbond en genoegen verschafte. Het orgelspel is al door velen waargenomen, doch steeds is er iemand bereid gevonden ons lied te begeleiden, waar we allen dankbaar voor zijn. Ook het werk dat aan het kosterschap is verbonden is al door veel verschillende handen verricht en leverde ook wel eens moeite op doch steeds is het klaar gekomen en we zijn ook hen dankbaar die met betrekking tot dat werk, zoveel belangeloos hebben gedaan, die zorgden dat het hier steeds rein en verwarmd was als dat nodig was en zo tot de stille weldoeners behoren die toch gelukkig overal nog gevonden worden.

Tevens wil ik nog onze dankbaarheid uiten over het contact en de samenwerking die er tot stand is gekomen tussen de Herv. Kerk alhier en onze Evangelisatie, en dat ons de kerk welwillend is afgestaan voor 7 beurten in het jaar om er het Heilig Avondmaal, doopdiensten en bevestiging van lidmaten te mogen houden. Het eerste avondmaal werd er op 26 oktober 1947 bediend door Ds. Groot van Leeuwarden en vanaf dien tijd mogen wij daar geregeld gebruik van maken. In 1948 werd besloten dat de bestuursleden, na 6 jaar zitting, aftreden en dan niet herkiesbaar zijn. In mei 1949 hebben we ook het rytmisch zingen ingevoerd. Voor de ouderen was het eerst een hele verandering, doch ik geloof dat we er over het algemeen wel mee akkoord kunnen gaan. In 1950 werd ons een kleine erfenis toegeschikt van een oude vrouw uit Menaldum, Geertje Nieman, welke vanaf de oprichting een bedrag van f 500,- onder het gebouw had. Zij overleed op 19 nov 1950 en had laten beschrijven dat na haar dood dit bedrag ons eigendom zou zijn, na aftrek van de successierechten, welke f 100,- bedroegen. Een bedrag van f 400,- was dus voor de vereniging, welke deze gift dankbaar heeft aanvaard. Zo is dan de Here deze 25 jaar onzer gedachtig geweest, en heeft gezegend, ondanks onze zonden en overtredingen, want wij weten dat alles wat hier vermeld is, niet zo vlot en zonder strubbelingen tot stand gekomen is dan hier is beschreven. Wij ervaren dagelijks, dat, al waar de mens werkt, werkt ook de Satan al is het ook in de kerk. Maar hij hoort er niet en zijn plaats moet hem steeds worden betwist, al strijdende, doch niet in eigen kracht, maar biddende in Gods kracht, want Satan is alleen bang voor de biddende mens. Wij moeten dus een biddende Evangelisatie zijn, dan zullen we eenmaal een biddende kerk worden onder de nieuwe Kerkorde. Dan zullen we eenmaal deze noodwoning mogen verlaten en samen een strijdende kerk vormen, als onderdanen van de Koning der koningen, wiens troon vast staat, en de overwinning is ons toegezegd in Jezus Christus.
 

Voorganger:

S. Brouwer, Menaldum

 

 

(Sjoerd, 16-8-1892 – 8-6-’68, onderwijzer chr. lag. school Menaldum)

 

Bestuur:

 

 

voorzitter

A. van der Brug (Anne, bakker Brêgebuorren)

 

penningmeester:

E. Schotanus (Inne, boer te Zweins)

 

secretaris

A. Hiemstra (Anne, boer yn ‘e Puollen)

 

 

en M. Heslinga, J. Baarda en J. de Boer (Jan, Lytse Húzen)

 

 

Afke Hiemstra-Greijdanus (zie hiernaast) woonde  
destijds aan de Hearewei tussen ds Oosterhuis 
en huisarts dokter Van der Kooi.

terug