Plaatselijke regeling
Plaatselijke regeling
Plaatselijke regeling ten behoeve van het leven en werken van de
|
Gehele KR | Kleine KR | Verplicht minimum (Ord. 4-6-3) |
|
predikant | 1 | 1 | |
ouderling-kerkelijk werker | 1 | ||
ouderling-preses | 1 | 1 | |
ouderling-scribae | 2 | 2 | |
ouderlingen | 4 | 2 | 2 |
jeugdwerkcoördinatoren | 2 | 1 | |
diakenen | 3 à 4 | 2 | 2 |
ouderlingen-kerkrentmeester | 3 à 4 | 2 | 2 |
Totaal |
17 à 19 |
11 |
7 |
1.2. Vaste adviseurs
Als adviseur kan de kerkelijk werker deelnemen aan de kerkenraadsvergadering. De kerkelijk werker woont alleen de besprekingen van het eigen arbeidsveld bij.
1.3. De samenstelling van het moderamen / agendacommissie
Het moderamen bestaat uit de volgende ambtsdragers:
de predikant, de preses, een scriba, een ouderling, een ouderling-kerkrentmeester en een diaken. De eerste drie genoemden vormen de agendacommissie.
1.4. Werkgroepen en commissies (Ord. 4-8-4)
werkgroep OOMD (=Oec. Diensten Menaam en Dronryp).
De werkgroep verzorgt jaarlijks drie kerkdiensten,
afwisselend in de r.k. Maria Geboortekerk te Dronryp, de protestantse Salviuskerk te
Dronryp en in de Sint Lambertuskerk van de protestantse gemeente te Menaam.
beamercommissie
culturele commissie
ledenadministratie
liturgisch bloemschikken
preekvoorziening
redactie Tsjerkeblêd
redactie wekelijkse Nieuwsbrief
websitebeheer
Nadere bepalingen omtrent de samenstelling, benoeming en opdracht van de commissies, de contacten tussen kerkenraad en de commissies, de werkwijze van de commissies, de rapportage aan de kerkenraad e.d. zijn per commissie vastgelegd.
§ 2. Verkiezingen
2.1. Verkiezing ambtsdragers
Hieronder is opgenomen wie stemgerechtigd is en wie verkiesbaar is.
Belijdende leden van de gemeente Ja Ja
Doopleden van de gemeente vanaf 18 jaar Ja Nee
Niet-gedoopte kinderen Nee Nee
Gastleden (belijdend) Nee Nee
Gastleden (dooplid) vanaf 18 jaar Nee Nee
Vrienden (belijdend lid van een gemeente binnen PKN) Nee Nee
Vrienden (dooplid van een gemeente binnen PKN vanaf 18 jaar) Nee Nee
Overige vrienden, geen lid van een kerk Nee Nee
2.1.2 Regels voor het stemmen
Als er voor een ambt geen aanbevelingen van tien of meer stemgerechtigde leden binnen komen geschiedt de verkiezing door de kerkenraad. Overigens geschiedt de verkiezing volgens de regels van Ord. 3.6.
2.1.3 Stemmen bij volmacht
Er kan bij volmacht worden gestemd, maar niemand mag meer dan twee gevolmachtigde stemmen uitbrengen en alleen stemgerechtigde leden kunnen gevolmachtigde stemmen uitbrengen. De volmachten zijn schriftelijk en ondertekend en worden van te voren aan de kerkenraad getoond.
2.2. Regels voor het stemmen
2.2.1 Verkiezingsmaand
De verkiezing van ouderlingen en diakenen vindt in de even jaren plaats in april.
2.2.2 Uitnodiging voor aanbevelingen en voor stemmen
De uitnodiging tot het doen van aanbevelingen, genoemd in Ord. 3-6-2, wordt tenminste 6 weken voordat de verkiezing plaats heeft, door de kerkenraad gedaan. Het verzoek om aanbevelingen te doen wordt in het kerkblad vermeld. Na kennisneming van de ingediende aanbevelingen stelt de kerkenraad afzonderlijk een kandidaat, die benaderd wordt door de kerkenraad. De kerkenraad is niet verplicht de aanbevolen kandidaten te benaderen.
2.2.3 Wanneer geen aanbevelingen worden ingediend is de kerkenraad gemachtigd voor elke vacature zelf kandidaten te zoeken.
2.2.4 De uitnodiging om te stemmen wordt tenminste 1 week voordat de verkiezing plaats heeft, door de kerkenraad gedaan.
2.3. Verkiezing van predikanten
2.3.1 Voor de verkiezing tot predikant komen in aanmerking zij die in de Protestantse Kerk in Nederland tot het ambt van predikant beroepbaar zijn (zie ord. 3-4).
2.3.2 De kerkenraad verricht de kandidaatstelling.
2.3.3 De verkiezing van een predikant vindt plaats in een door de kerkenraad belegde vergadering van de stemgerechtigden van de gemeente.
2.3.4 Voor het geval dat de kerkenraad één kandidaat ter verkiezing aan de gemeente voorstelt, is een meerderheid van twee derde van de uitgebrachte geldige stemmen vereist om deze gekozen te kunnen verklaren.
2.3.5 De kerkenraad maakt de naam van de gekozene aan de gemeente bekend om haar goedkeuring te verkrijgen met het oog op de beroeping.
2.3.6 Bezwaren tegen de gevolgde verkiezingsprocedure kunnen worden ingebracht door stemgerechtigde leden van de gemeente en dienen uiterlijk vijf dagen na deze bekendmaking schriftelijk en ondertekend bij de kerkenraad te worden ingediend.
2.3.7 De kerkenraad zendt het bezwaarschrift binnen veertien dagen - onverminderd zijn verantwoordelijkheid te proberen zelf het bezwaar weg te nemen - door naar het classicale college voor de behandeling van bezwaren en geschillen (CCBG), dat terzake een einduitspraak doet.
§ 3. De werkwijze van de kerkenraad en het moderamen
3.1. Aantal vergaderingen
Het moderamen vergadert indien nodig. De agendacommissie stelt een week voor de eerstvolgende kerkenraadsvergadering de agenda op. De diverse geledingen kunnen tijdig bij de scriba agendapunten indienen.
De kerkenraad vergadert in de regel 7 maal per jaar. Eén keer (in het voorjaar) voltallig, de andere 6 keren als kleine kerkenraad. Bovendien is er in het najaar een bijzondere vergadering voor de voltallige kerkenraad, de zogeheten bezinningsavond.
3.2. Bijeenroepen van de vergadering
De vergaderingen van de kerkenraad en het moderamen worden tenminste 5 dagen van te voren bijeengeroepen door de scriba en/of voorzitter, met bekendmaking van de agenda.
3.3. Verslaglegging
Van de kerkenraads- en moderamenvergaderingen wordt een schriftelijk verslag opgesteld, dat in de eerstvolgende vergadering door de kerkenraad resp. moderamen wordt vastgesteld.
3.4. Openbaarmaking besluiten
Niet vertrouwelijke besluiten, genomen in de vergadering van de kerkenraad, worden hetzij schriftelijk in het Tsjerkeblêd, hetzij door een mondelinge mededeling binnen een redelijke termijn aan de gemeente bekend gemaakt.
3.5. Verkiezing moderamen
De in ord. 4-8-2 genoemde jaarlijkse verkiezing van het moderamen vindt plaats in de eerstvolgende kerkenraadsvergadering na de bevestiging van de ambtsdragers genoemd in artikel 2.2.1.
3.6. Plaatsvervangers
In de vergadering genoemd in art. 3.5 worden de plaatsvervangers van de preses en de scriba aangewezen.
3.7. De gemeente kennen in en horen over
In de gevallen dat de kerkorde voorschrijft (o.a. ordinantie 4-8-7), dat de kerkenraad de gemeente kent in een bepaalde zaak en haar daarover hoort, belegt de kerkenraad een bijeenkomst met de (betreffende) leden van de gemeente, die wordt
aangekondigd in het kerkblad dat voorafgaande aan de bijeenkomst verschijnt en
afgekondigd op tenminste de twee zondagen die aan de bijeenkomst voorafgaan.
In deze berichtgeving vooraf maakt de kerkenraad kenbaar over welke zaak de raad de gemeente wil horen.
3.8. Toehoorders
De kerkenraad kan besluiten dat gemeenteleden en andere belangstellenden als toehoorder tot een bepaalde vergadering toegelaten worden.
3.9. Het lopend archief van de kerkenraad berust bij de scriba, met inachtneming van de verantwoordelijkheid van het college van kerkrentmeesters voor de archieven van de gemeente uit hoofde van ord. 11-2-7.
3.10. Jaargesprekken
De jaargesprekken met de predikant en met de kerkelijk werker worden gehouden door maximaal één afgevaardigde uit elk van de drie geledingen in de kerkenraad. In het jaargesprek met de kerkelijk werker mag een lid van het College van Kerkrentmeesters nooit ontbreken.
§ 4. Besluitvorming
Ten aanzien van de besluitvorming in de plaatselijke gemeente gelden alle voorschriften die in Ord. 4-5 van de kerkorde staan verwoord. Citaat:
1. In alle kerkelijke lichamen worden besluiten steeds na gemeenschappelijk overleg en zo mogelijk met eenparige stemmen genomen.
Blijkt eenparigheid niet bereikbaar, dan wordt besloten met meerderheid van de uitgebrachte stemmen, waarbij blanco stemmen niet meetellen.
2. Stemming over zaken geschiedt mondeling tenzij om schriftelijke stemming wordt gevraagd. Staken de stemmen, dan vindt herstemming plaats. Staken de stemmen weer, dan is het voorstel verworpen.
3. Stemming over personen geschiedt schriftelijk. Wanneer er niet meer kandidaten zijn dan er verkozen moeten worden, kan mondeling worden gestemd als niemand van de aanwezige leden tegen mondelinge stemming bezwaar maakt. Indien één kandidaat wordt voorgesteld en de stemmen staken, vindt herstemming plaats. Staken de stemmen weer, dan is de kandidaat niet verkozen. Indien er meer kandidaten zijn dan er verkozen moeten worden, zijn van hen verkozen diegenen op wie de meeste stemmen zijn uitgebracht en die de meerderheid van de uitgebrachte stemmen hebben behaald, tot het aantal vacatures dat vervuld moet worden. Indien voor een vacature geen van de kandidaten een meerderheid heeft behaald, vindt een herstemming plaats tussen de twee kandidaten die de meeste stemmen behaalden. Staken de stemmen, dan vindt herstemming plaats. Staken de stemmen weer, dan beslist het lot.
4. Geen besluiten kunnen worden genomen indien niet ten minste de helft van het aantal leden zoals dit voor het kerkelijk lichaam is vastgesteld, met een minimum van drie leden, ter vergadering aanwezig is. Wanneer in een vergadering het quorum niet aanwezig is, kan ten aanzien van een op die vergadering ingediend voorstel een besluit worden genomen op een volgende vergadering die ten minste twee weken later wordt gehouden, ook wanneer dan het quorum niet aanwezig is, mits tenminste drie leden aanwezig zijn.
5. Voor besluitvorming in een vergadering van de stemgerechtigde leden van de gemeente zijn lid 1 tot en met 3 van overeenkomstige toepassing, tenzij in de plaatselijke regeling anders is voorzien.
§ 5. De kerkdiensten
5.1. Plaats en aantal kerkdiensten
De kerkdiensten van de gemeente worden volgens een door de kerkenraad vastgesteld rooster gehouden in de Salviuskerk te Dronryp.
5.2. Beantwoording doopvragen
Bij de bediening van de doop van kinderen kunnen belijdende leden en doopleden de doopvragen beantwoorden.
5.3. Deelname aan het avondmaal
Tot de deelname aan het avondmaal worden alle aanwezige kerkgangers toegelaten.
5.4. Andere levensverbintenissen
Levensverbintenissen van twee personen, anders dan een huwelijk van man en vrouw, kunnen als een verbond van liefde en trouw voor Gods aangezicht worden gezegend. Betrokkenen dienen een verzoek daartoe ten minste 8 weken van tevoren in te dienen bij de kerkenraad. Tenminste een van de betrokkenen dient lid van de gemeente te zijn. Na ontvangst van het verzoek voert een afvaardiging van de kerkenraad een gesprek met de betrokkenen. Tenminste 4 weken voorafgaande aan de kerkdienst, waarin de levensverbintenis wordt ingezegend of gezegend, wordt dit bekendgemaakt door middel van een afkondiging in een zondagse kerkdienst en een aankondiging in het kerkblad.
§ 6. De vermogensrechtelijkeaangelegenheden
6.1. De vermogensrechtelijke aangelegenheden - kerkrentmeesterlijk
6.1.1 Het college van kerkrentmeesters bestaat uit 3 leden (ouderling-kerkrentmeesters).
6.1.2 Verkiezing van voorzitter, secretaris en penningmeester vindt - indien van toepassing – plaats in de eerste vergadering nadat de ambtsdragers zijn bevestigd.
6.1.3 In de vergadering, genoemd in art. 6.1.2, worden de plaatsvervangers van de voorzitter en secretaris aangewezen.
6.1.4 Het college van kerkrentmeesters wijst uit zijn midden een administrerend kerkrentmeester aan, die belast wordt met de boekhouding van het college of het college van kerkrentmeesters wijst een administrateur aan. Wanneer een administrateur is aangewezen, dan woont deze de vergaderingen van het college bij en heeft daar een adviserende stem. Op hem is het bepaalde in ord. 4-2 betreffende de geheimhouding van toepassing.
6.1.5 De penningmeester is bevoegd betalingen te doen namens de gemeente, met inachtneming van het door de kerkenraad vastgestelde beleidsplan en de begroting, tot een maximaal bedrag van € 5.000 per betaling. Voor betalingen boven dit bedrag zijn voorzitter en penningmeester of secretaris en penningmeester gezamenlijk bevoegd. Bij afwezigheid of ontstentenis van de penningmeester treedt de voorzitter of secretaris op als diens plaatsvervanger.
6.2. De vermogensrechtelijke aangelegenheden - diaconaal
6.2.1 Het college van diakenen bestaat uit 6 personen.
6.2.2 Verkiezing van voorzitter, secretaris en penningmeester vindt - indien van toepassing – plaats in de eerste vergadering nadat de ambtsdragers zijn bevestigd.
6.2.3 In de vergadering, genoemd in art. 6.2.2, worden de plaatsvervangers van de voorzitter en secretaris aangewezen.
6.2.4 Het college van diakenen wijst uit zijn midden een administrerend diaken aan, die belast wordt met de boekhouding van het college of het college van diakenen wijst een administrateur aan. De administrateur woont de vergaderingen van het college bij en heeft daar een adviserende stem. Op hem is het bepaalde in ord. 4-2 betreffende de geheimhouding van toepassing.
6.2.5 De penningmeester is bevoegd betalingen te doen namens de diaconie, met inachtneming van het door de kerkenraad vastgestelde beleidsplan en de begroting, tot een maximaal bedrag van € 1.000 per betaling. Voor betalingen boven dit bedrag zijn voorzitter en penningmeester of secretaris en penningmeester gezamenlijk bevoegd. Bij afwezigheid of ontstentenis van de penningmeester treedt de voorzitter of secretaris op als diens plaatsvervanger.
6.3. De vermogensrechtelijke aangelegenheden - begroting, jaarrekening, collecterooster
6.3.1 Het doel van de kerkrentmeesterlijke collectes wordt bepaald door de kerkrentmeesters.
6.3.2 Het doel van de diaconale collectes wordt bepaald door de diakenen.
§ 7. Vaststelling en wijziging van de plaatselijke regeling
7.1. De plaatselijke regeling wordt vastgesteld door de kerkenraad. Voordat de kerkenraad dit doet kent hij de gemeenteleden in de inhoud van de regeling en hoort hij hen daarover. Ook voert de kerkenraad voorafgaand overleg met:
- het college van kerkrentmeesters
- het college van diakenen
7.2. Voor wijziging van de plaatselijke regeling geldt dezelfde procedure.
7.3. De kerkenraad neemt geen besluiten tot het wijzigen van de gang van zaken in de gemeente ten aanzien van:
- het toelaten van doopleden tot het avondmaal;
- het zegenen van andere levensverbintenissen dan een huwelijk van man en vrouw dan na beraad in de gemeente.
7.4. De kerkenraad neemt in ieder geval geen besluiten tot het wijzigen van de gang van zaken in de gemeente ten aanzien van:
- het beantwoorden van de doopvragen door doopleden;
- het verlenen van stemrecht aan anderen dan belijdende leden van de gemeente en
doopleden vanaf 18 jaar van de gemeente;
- de wijze van de verkiezing van ambtsdragers;
en ter zake van:
- de aanduiding en de naam van de gemeente;
- het voortbestaan van de gemeente;
- het aangaan van een samenwerkingsverband met een andere gemeente;
- de plaats van samenkomst van de gemeente;
- het verwerven, ingrijpend verbouwen, afbreken, verkopen of op andere wijze vervreemden van een kerkgebouw;
- de plaatselijke regeling
zonder de leden van de gemeente daarin gekend en daarover gehoord te hebben.
7.5. De plaatselijke regeling wordt ter kennisneming toegezonden aan het breed moderamen van de classicale vergadering.
§ 8. Overige bepalingen
In gevallen waarin noch de kerkorde met ordinanties, noch deze plaatselijke regeling voorziet, beslist de kerkenraad.
Ondertekening
Aldus te Dronryp vastgesteld in de vergadering van de kerkenraad van 30 augustus 2021
Tj. Tijsma, preses
K. Herbschleb, scriba