|
Functieomschrijving Ouderling
Taken van de ouderling van de Protestantse Gemeente Dronrijp e.o.
Bezoekwerk en pastoraat
De belangrijkste taak van de ouderling is de pastorale zorg voor de gemeenteleden. Hij/zij wordt daarbij ondersteund door het pastorale team in de wijk. Ook kan de ouderling een beroep doen op de professio¬nele ondersteuning door de dominee en de kerkelijk werker.
Hieronder volgt een overzicht van de taken:
- inventariseren in hoeverre regelmatig bezoek op prijs wordt gesteld
- bezoeken van wijkleden die daar behoefte aan hebben
- bezoeken van wijkleden bij bijzondere gebeurtenissen in hun gezin en of familie, zoals jubileum, geboorte, overlijden etc.
- bezoeken van nieuw ingekomenen
- overleg met team van uw wijk
- voorbereiden en leiden van groothuisbezoeken (één keer per jaar)
- bijwonen van doopgesprekken
Vergaderingen
De ouderlingen nemen deel aan verschillende vergaderingen:
- meedoen op toerbeurt aan kerkenraadsvergaderingen (3x per jaar)
- meedoen aan bijeenkomsten van het consistorieoverleg (10x per jaar)
- meedoen aan de bezinningsavond (1x per jaar)
- bijwonen van gemeenteavonden (2x per jaar)
Dienstdoen in de kerk
Bij toerbeurt (circa 1 x per maand) ambtelijke vertegenwoordiging in de eredienst. In een bankdienst¬rooster worden de taken tijdens de eredienst in overleg met de ouderlingen verdeeld. De ouderling kan worden ingezet bij de volgende soorten diensten:
- dienstdoen in zondagse diensten
- dienstdoen in trouwdiensten
- dienstdoen in uitvaartdiensten
ALGEMEEN
Het ambt van ouderling
De kerkorde zegt het volgende over ouderlingen:
‘De ouderlingen zijn in het bijzonder geroepen tot de zorg voor de gemeente als gemeenschap, het dragen van medeverantwoordelijkheid voor de bediening van Woord en sacramenten, de herderlijke zorg en het opzicht en de toerusting van de gemeente tot het vervullen van haar pastorale en missionaire roeping (en zij die daartoe zijn aangewezen), en bovendien tot de verzorging van de vermogensrechtelijke aangelegenheden van de gemeente van niet-diaconale aard.’
Taak van de ouderling
Door in te zoomen op de verschillende onderdelen, wordt de reikwijdte van de taak van de ouderling inzichtelijk:
- De zorg voor de gemeente als gemeenschap. Dit doet een ouderling niet alleen, de hele kerkenraad is hiervoor verantwoordelijk. Toch zijn het de ouderlingen die met extra aandacht naar dit onderwerp mogen kijken. Hoe vormen wij een gemeenschap van Christus? Hoe zit het in deze gemeente met de relatie met God, met elkaar en de wereld om ons heen?
- Het dragen van medeverantwoordelijkheid voor de bediening van Woord en sacramenten. Iedere kerkdienst heeft een ‘ouderling van dienst’ die ook het consistoriegebed uitspreekt. Bij de handdruk - of het gebaar - aan het begin van de dienst draagt de ouderling van dienst de verantwoordelijkheid over aan de predikant. Bij de handdruk na afloop wordt die verantwoordelijkheid als het ware 'teruggenomen'. Dit ritueel betekent dat de predikant niet in zijn of haar eentje verantwoordelijk is voor wat er tijdens de kerkdienst gebeurt. Je bent als kerkenraad, en meer specifiek als ouderlingen, samen met de predikant verantwoordelijk voor de bediening van het Woord en de sacramenten, dat wordt uitgedrukt in die handdruk.
- In de kerkenraad wordt ook aandacht geschonken aan de inhoudelijke bezinning op de verkondiging en de sacramentsbediening. Ten slotte kun je ook denken aan de taak van de ouderling bij de sacramenten, zoals aanwezig zijn bij doopgesprekken of de bediening van het avondmaal.
- De toerusting van de gemeente tot het vervullen van haar pastorale en missionaire roeping. De gemeente is een missionaire en pastorale gemeenschap, de leden hebben hierin een opdracht en de kerkenraad draagt daar de verantwoordelijkheid voor. Ook juist als het gaat om het toerusten van de leden. De missionaire roeping kan belegd zijn bij een missionaire ouderling, een missionaire werkgroep of een evangelisatiecommissie.
- De herderlijke zorg (pastoraat) in de vorm van daadwerkelijke nabijheid en persoonlijke aandacht, namens de Herder. Uiteindelijk is Hij het die zorgt. In de kerk geven we die zorg gestalte door betrokken te zijn op elkaar. De predikant en de ouderlingen bewaken dat samen, geven er ook zelf gestalte aan, gaan erin voor, maar uiteindelijk is het iets van de hele gemeente: we bevorderen de onderlinge zorg. Het heeft ook met onderling pastoraat te maken: gemeenteleden staan elkaar bij, helpen en bemoedigen elkaar.
- Het opzicht. Als ouderling ben je samen met de predikant(en) medeverantwoordelijk dat de leden van de gemeente op de weg van het belijden van de kerk blijven en om hen daar zo nodig op aan te spreken. Er kan iets misgaan in de gemeente, qua gedrag of qua het belijden van de kerk. Daar kunnen gemeenteleden elkaar op aanspreken.
- De verzorging van de vermogensrechtelijke aangelegenheden van de gemeente van niet-diaconale aard is de verantwoordelijkheid van de ouderling-kerkrentmeester.
Profiel ouderling
In veel gemeenten wordt de taak van de ouderling vooral pastoraal ingevuld. Ambtsdragers moeten dan in staat zijn om pastorale gesprekken te voeren. Maar je kunt ook denken aan een andere invulling, zoals een ouderling voor liturgie of voor vorming en toerusting. Veel gemeenten kennen ook een jeugdouderling of een missionaire ouderling. Deze ouderlingen blijven medeverantwoordelijk voor het geheel van de gemeente, ze hebben alleen een meer specifieke opdracht binnen dat geheel.
Wat doet een ouderling van dienst?
De ouderling van dienst treedt tijdens de eredienst op namens de kerkenraad en heeft één belangrijke taak, namelijk ‘het bewaken van de tucht van het geloof’. Dat wil zeggen, volgens art. XII, punt 1 van de kerkorde: ‘De gemeente is geroepen te blijven in de weg van het belijden van de kerk.’ De orden van dienst in het Dienstboek zijn samengesteld in overeenstemming met de belijdenisgeschriften van de kerk. Het past bij de protestantse traditie om enigszins vrij met die voorgestelde orden om te gaan, maar wat de kerk gelooft blijft altijd het richtsnoer.
Bij deze verantwoordelijkheid horen de volgende handelingen (taken):
- het uitspreken van een consistoriegebed
- een hand geven aan de voorganger aan het begin en aan het einde van de dienst
- het eventueel bijstaan van de voorganger gedurende de week na de eredienst
- eventueel een rol in de liturgie
- eventueel het doen van mededelingen.
Het consistoriegebed
De ouderling van dienst bidt in het consistoriegebed voor de mensen die leidinggeven aan de eredienst, die het Woord verkondigen en de sacramenten bedienen, die voorgaan in de lofzang, de kindernevendienst leiden, de voorbeden doen. Het is mooi wanneer al deze mensen zich van tevoren in de consistorie verzamelen en zich door het gebed van de ouderling gedragen weten door de gemeente.
De hand aan het begin
Het geven van een hand aan de voorganger aan het begin van de kerkdienst is ‘de hand van de gemeenschap’. De ouderling van dienst zegt daarmee als het ware tegen de voorganger en tegen de gemeente dat de voorganger menselijkerwijs gesproken wel alleen de kansel op gaat, maar dat de kerkenraad achter hem of haar staat. De kerkenraad geeft daarmee het vertrouwen aan dat de voorganger het Woord van God heeft bestudeerd en dat er op betrouwbare wijze gepreekt zal worden. Bij die handdruk hoeft overigens niet iets gezegd te worden, het symbool van de handdruk spreekt voor zich. Hooguit kan die bekrachtigd worden met ‘Gods vrede’.
De hand aan het eind
Met het schudden van de hand van de voorganger aan het einde van de kerkdienst wordt er uitdrukking aan gegeven dat de dominee gesproken heeft naar Schrift en belijdenis. Ook als de ouderling van dienst zelf kritische vragen bij de preek heeft, geeft hij of zij - namens de kerkenraad en de gemeente - toch een hand. De predikant heeft als dienaar van het Woord een met het ambt gegeven vrijheid in de uitleg van de Schriften. In vertrouwen kunnen kritische vragen in kleiner gezelschap alsnog gesteld worden.
De handdruk geeft bescherming
Wanneer een lid van de gemeente kritiek op de prediking heeft en dat laat weten (en dat recht heeft hij of zij), dan is niet alleen de predikant daarin gesprekspartner, maar ook de kerkenraad, in het bijzonder de ouderlingen. Zeker bij kritieke situaties in het gemeentelijk leven waarbij de predikant sterk ‘onder vuur komt te liggen’, kan dit een grote steun zijn. Hij of zij mag een beroep op de ouderlingen doen!
Meer rollen
In sommige gemeenten heeft de ouderling van dienst een rol aan het begin van de eredienst. Hij of zij spreekt een welkomstwoord, de bemoediging en soms ook het drempelgebed uit. Vanaf de groet of het gebed van de zondag neemt de predikant het over. Ook is een rol bij bijvoorbeeld de voorbeden, de doop en bevestiging van ambtsdragers mogelijk. Dit kan puur praktisch zijn, maar symbolische liturgische handelingen horen daar ook bij, zoals het aanreiken van de doopkaars of het meezegenen van een ambtsdrager.
Ook zijn er gemeenten waar de ouderling van dienst de praktische mededelingen doet.
Een mooie gewoonte in sommige gemeenten is dat de ouderling van dienst die functie de hele navolgende week heeft, dus ook bij bijvoorbeeld begrafenissen en huwelijken.
|